Laden Evenementen

« Alle Evenementen

  • Dit evenement is voorbij.

Nieuwe expositie over aardappelmeelfabriek in De Krim

11/03/2016 : 10:00 - 03/09/2016 : 17:00

In het museum is een mooie expositie ingericht van allerlei voorwerpen, foto’s e.d. van aardappelmeelfabriek “Onder Ons”in De Krim, zeer de moeite waard om een kijkje te komen kijken

Een industrie die opkwam en weer ging

Aan het begin van de twintigste eeuw kwam er een aardappelmeelfabriek in De Krim. Toen deze in 1911 failliet ging namen de boeren deze over op coöperatievebasis en ging het bedrijf verder onder de naam Onder Ons. Later wordt het bedrijf overgenomen door Koninklijke Scholten-Honig en later door Avebe. Aan het eind van de twintigste eeuw werd de fabriek gesloten.

De Krim. hoogveenkolonie ontstaan langs de Lutterhoofdwijk, een zijkanaal van de Dedemsvaart, dat in 1832 werd gegraven. In 1855 werd deze hoofdwijk verbreed en naar Coevorden doorgetrokken. De kolonie heeft haar naam te danken aan de onrust onder de veenarbeiders in 1857, die door de marechaussee hardhandig werd onderdrukt en wel werd vergeleken met excessen in de Krim-oorlog van 1853-’56. In 1869 werd het een afzonderlijke buurtschap waar zich omstreeks 1890 nog veel plaggenhutten van veenarbeiders bevonden. Vanaf 1890 werden de uitgeveende dalgronden geschikt gemaakt voor aardappelteelt en verschenen langs de hoofdwijk grote boerderijen en in 1906 een aardappelmeelfabriek. Op de kruising met de weg naar Gramsbergen verscheen in 1939 een kleine, naar het zuidoosten gerichte, kazemat. Door de naoorlogse woonwijk ten zuiden van de hoofdwijk heeft de kolonie een meer rechthoekige structuur gekregen.

Aan het begin van de negentiende eeuw was Nederland nog overwegend een agrarisch land. Door de industrialisatie ontstonden nieuwe industrieën, zoals de strokarton- en aardappelmeelfabricage in Groningen, Drenthe en Overijssel. De aardappelmeelfabrieken produceerden zetmeel, dat in de fabrieken werd verwerkt tot stroop, glucose en dextrine.

In de loop der jaren is door concentratie van bedrijven slechts één groot aardappelmeelbedrijf overgebleven: de Avebe in Ter Apelkanaal (Groningen). Enkele oude fabrieksgebouwen hebben de tand des tijds doorstaan, zoals ‘De Baanbreker’ en ‘Onder Ons’ in noordoost-Overijssel. Deze fabrieken werden op coöperatieve basis gesticht. Rond 1900 is er een grote toename van coöperatieve bedrijven, uit onvrede met de macht van de particuliere fabrieken.

Vanaf 1912 werd de aardappelmeelfabriek “Onder Ons” ofwel OKO genoemd. Vanaf 1911 was het een coöperatie. In 1974 werd de fabriek ingelijfd bij Koninklijke Scholten-Honig (KSH). Dit voedingsmiddelen- en zetmeelconcern heeft van 1965 tot 1978 bestaan.

Op 26 april 1906 besloten Burgemeester en Wethouders van Gramsbergen vergunning te verlenen tot “oprichting eener inrichting tot het bereiden van aardappelmeel door middel van een stoomwerktuig van tachtig paardekrachten […]”. Hiermee kreeg ook De Krim zijn eigen aardappelmeelfabriek.

Veen en aardappelen

In 1915 telde Nederland 37 aardappelmeelfabrieken die op twee na alle in de veenkoloniale gebieden lagen. Na de vervening werd namelijk de toplaag, het bonkveen, vermengd met zandgrond, waardoor vruchtbare dalgrond ontstond. Veelal uit Groningen afkomstige boeren kochten rond 1890 grote stukken grond op in de verveningsgebieden van De Krim en Bergentheim. Daarop verbouwden ze vooral (fabrieks)aardappelen en granen. Dat leidde tot de komst van aardappelmeelfabrieken De Baanbreker in Lutten (1900) en Internos in De Krim. Omdat het bonkveen in de Oost-Sallandse venen verwerkt werd tot turfstrooisel (in Vroomshoop en Bergentheim), duurde het in cultuur brengen van de dalgronden daar nog tot na 1920. Plannen voor een aardappelmeelfabriek in Bergentheim werden afgeblazen en de aardappels werden van daar vervoerd naar De Krim of Coevorden.

Internos wordt Onder Ons

De fabriek in De Krim, die de fraaie naam “Internos” had gekregen, was eigendom van een aantal zakenlieden. De boeren leverden de aardappels. Al snel ontstonden er problemen tussen leveranciers en fabrikanten. Na een slecht jaar volgde er in 1911 een liquidatie. De Krimse boeren waren op de hoogte van de ontwikkelingen in het Noorden. Daar hadden Groningse boeren in 1898 zelf een coöperatieve aardappelmeelfabriek (De Eersteling) opgericht. Een aantal Krimse boeren overlegde daarom in het diepste geheim over een overname van het bedrijf. Op de dag van de verkoop lieten ze een onbekende, met succes, een bod uitbrengen. Zo werden ze in juli 1912 eigenaar van de fabriek die ze omdoopten tot de N.V. Onder Ons.

Mevrouw Kraakhelder

In de crisisjaren nam directeur Groeneveld het initiatief voor de productie van zetmeelderivaten. Zijn eerste succesnummer was Crackfree-edelstijfsel. De eerste pakjes werden verkocht door een plaatselijke kruidenier. Uiteindelijk werd Cracfree naar ruim 60 landen geëxporteerd en werd de reclame met daarin “mevrouw Kraakhelder” een begrip.

Na de oorlog werd de derivatenproductie steeds belangrijker. Er werden producten gemaakt voor onder meer de papier-, de textiel- en de voedingsmiddelenindustrie. Door grote, onvermijdelijke investeringen in de jaren zestig en zeventig en overheidsdruk kwam de fabriek uiteindelijk geheel in handen van de AVEBE. Na diverse herstructureringen sloot deze in 1993 de deuren.

Naast stank ook dank

Behalve voor de middenstand was Onder Ons van groot belang voor de werkgelegenheid in De Krim en omgeving. De eigen technische dienst met een mechanische, een elektro- en een timmerafdeling had personeel nodig. Op kantoor en laboratorium werkten ook enkele tientallen mensen. Daarnaast werden er in die jaren zo’n honderd campagnemedewerkers aangesteld. Ook voor de woningbouw was de aanwezigheid van Onder Ons van groot belang. De eerste huisjes aan de fabriekswijk, waar de “bazen” werden gehuisvest, staan nu op de gemeentelijke monumentenlijst. Later werd aan de Prins Bernhardstraat een aantal duplexwoningen gebouwd. De woningstichting kreeg extra industrievolume toegewezen, waardoor bijvoorbeeld in 1956 25 woningen gebouwd konden worden.

De vloeivelden

De voorschriften voor de reiniging van het afvalwater door bevloeiing van landbouwgronden werden in 1912 gedetailleerd omschreven. Met de groei van de productie werd steeds weer vergunning gevraagd voor uitbreiding van het aantal te bevloeien percelen. Tot 1990 gebruikte de AVEBE deze vloeivelden als bezinkingsbassin voor het spoelwater. Nu is het gebied, zo’n 65 hectare groot, vanwege zijn vogelrijkdom eigendom van Staatsbosbeheer.

Gegevens

Begin:
11/03/2016 : 10:00
Einde:
03/09/2016 : 17:00